Zuinig zijn op je oude koeien levert je geld op.

Op de vraag hoe hij het voor elkaar krijgt om de bovengemiddelde levensduur van zijn veestapel toch weer verder te verlengen is het antwoord van Klaas Binnendijk: “Er is me verteld dat ik zuiniger moet zijn op mijn oude koeien dus dat doe ik dan ook maar”. Klaas is melkveehouder in het Overijsselse Hasselt en is deelnemer van het project “geef ze de vijf’. Ook hij wil de levensduur van zijn veestapel verlengen tot gemiddeld 5 lactaties. Hoe komt hij daar?

Haalbaar?

Als eerste natuurlijk de vraag of het haalbaar is, die 5 lactaties. Klaas denkt van wel: “Er zijn koeien die heel lang door ontwikkelen en heel oud kunnen worden dus genetisch zit het er wel in. Je moet ze dan wel aanhouden. Een natuurlijk gaat er wel eens iets mis met een koe, maar dat maakt het grote verschil niet”. Klaas verkoopt vaarzen als hij ze niet nodig blijkt te hebben als er geen oude koe hoeft te worden afgevoerd. Hij houdt alles goed in de gaten met de fosfaatplanner maar daar kun je volgens Klaas goed mee sturen: “Je hebt wel wat speelruimte maar je moet wel blijven opletten en soms laat ik een koe rustig een tijd doorlopen als de nieuwe vaars even op zich laat wachten, zolang ze maar melk geven hoeft dat geen probleem te zijn”.

De gouden regel voor levensduurverlenging

Door deelnemers van Geef ze de Vijf! wordt de zogenaamde gouden regel voor levensduur gehanteerd: “Voer een koe pas af als je zeker weet dat ze een volgende lactatie niet meer overleeft”. De meeste melkveehouders kunnen dat redelijk goed inschatten als ze er even bij stilstaan. Omdat bij deze regel de koe centraal staat wordt voorkomen dat een koe wordt afgevoerd omdat er een vaars in de wacht staat. Want dat is een belangrijke redenen waarom de veestapel alsmaar niet ouder is geworden. Koeien werden niet alleen vanwege een probleem afgevoerd maar ook vanwege de hardnekkige opvatting dat een vaars meer oplevert dan een oude koe. Maar niets is minder waar want gemiddeld ligt de productie van een vaars die op 24 maanden afkalft op 73 tot 83% van de volwassen productie. Dat scheelt dus al snel zo’n 1.700 tot 2.700 kg melk. De gemiddelde productiestijging van de veestapel  is ca. 100 kg per jaar dus het loont altijd om een oudere koe aan te houden totdat de productie op het niveau van een vaars komt te liggen.

Bovengemiddeld

Klaas Binnendijk melkt 18.000 kg per ha met gemiddeld zo’n 48 koeien in het veenweidegebied bij het Overijsselse Hasselt. Het rantsoen bestaat uit alleen gras en krachtvoer, zonder bijproducten of krachtvoervervangers. De productie is jaargemiddeld rond 11.000 kg met 4,44% vet en 3,74% eiwit. Inmiddels is de gemiddelde leeftijd van zijn veestapel 5.02 en die ligt daarmee 6 maanden boven het landelijk gemiddelde. De afvoerleeftijd volgens het laatste MPR jaaroverzicht was 7.04 en dat is 2.05 boven het landelijk gemiddelde. Dat het verschil zo groot is komt doordat Klaas de laatste tijd relatief veel oudere koeien af heeft moeten voeren. Koeien waarmee hij echt niet meer verder kon. Been- en klauwproblemen zijn daarbij een belangrijk aandachtspunt. Intussen is de gemiddelde afvoerleeftijd weer iets gedaald. Tot er een nieuwe doorstroom van oude koeien komt.

Lage voerkosten

Ondanks dat de koeien ruim krachtvoer per 100 kg melk krijgen heeft Klaas met 27,55 cent per 100 kg MM een bovengemiddelde voerwinst. Hij heeft al met al lage voerkosten. Alleen gras betekent geen investering in een mengwagen, geen hoog dieselverbruik voor het mengen, lage loonwerkkosten. De voerwinst per kg fosfaat is 58,73 euro dus fosfaatinvesteringen zijn snel terugverdiend, aldus Klaas. Maar hij hoeft niet zo nodig te groeien. “Vooral jonge boeren denken wel ‘massa is kassa’, maar kwaliteit op alle fronten betaalt beter uit. Dan hoef je niet zo nodig veel te investeren in groei en mechanisatie en personeel. Waarom zou je?”. Al met al is het levenssaldo van zijn koeien toch een flink stuk hoger dan gemiddeld. Daarover kun je hier meer lezen.

Het levenssaldo van de veestapel bij Klaas Binnendijk

Met de langere levensduur, minder jongvee en de goede gezondheid neemt het levenssaldo per koe ook toe. Klaas houdt per gemiddelde koe financieel gewoon meer over. Hij haalde daarmee het vakblad Nieuwe Oogst. Om het enigszins vegelijkbaar te maken zijn enkele typische, niet levensduurgebonden aspecten buiten beschouwing laten. Lees hier het verhaal 20210420 levenssaldo veestapel Klaas Binnendijk.

Wil je daar meer over weten, neem dan een abonnement op het Kennisplatform Levensduurverlenging. Voor minder dan een euro per maand kun je duizenden euro’s per jaar meer verdienen.

Afvoerbeslissingen

Van de afgevoerde koeien gaat 60% weg vanwege klauw- en beenproblemen. Voor uiergezondheid en vruchtbaarheid niet één. Afkalfproblemen en overige gezondheidsproblemen zijn de andere redenen. Vaarzen worden zelden afgevoerd vanwege een probleem. Klaas begrijpt ook niet hoe collega-melkveehouders soms veel vaarzen verliezen. “Als je vraagt hoe ik dat voor elkaar krijg dan stel ik de vraag andersom: hoe krijg je het voor elkaar dat ze wél weggaan?” aldus Klaas. “Ik maak het mee dat ik beste vaarzen verkoop die bij mij gewoon oud zouden kunnen worden en die dan na een of twee lactaties al weer naar de slacht zijn gegaan. Hoe kan dat toch?”

Klauwgezondheid belangrijk aandachtspunt

Klaas werkt met Digiklauw. “Dat werkt goed. Samen met de buurman bekappen we de koeien twee keer per jaar. We signaleren of een probleem zich herhaalt. We plakken vrij snel een klosje maar het houdt een keer op en zeker als de productie ook nog eens terug valt”. Soms knappen koeien op als ze een eind verder in lactatie zijn en dan melkt hij ze soms toch maar weer door. En problemen tussendoor worden meteen aangepakt. “Als je wacht wordt het probleem alleen maar erger, dus je moet er snel bij zijn”. En natuurlijk een voetbad als het maar even kan. Met een robot aan de voerhekkant is het in de winter lastig om een voetbad te plaatsen, maar Klaas zint er wel op om iets te doen, zoals met de rugspuit als de koeien aan het voerhek staan, omdat hij klauwproblemen heel serieus neemt. De uiergezondheid heeft hij goed onder de knie, ook bij de oudere koeien. Klaas: “Ik gebruik Startvac en dat werkt erg goed. Koeien hebben meer weerstand en geen uierproblemen”. Hij werkt ook goed samen met de dierenarts en dat levert volgens hem veel op. “En je moet niet bang zijn om eens wat extra te doen voor je koeien. Ik heb een keer een koe in de 5e lactatie 9 dagen liggend gemolken. Nu is het een beste 7e kalfs koe. Dat loont dus altijd”.

Huisvesting

De huisvesting van zowel jongvee als het melkvee is vrij sober. Geen diepstrooisel, geen gebogen schoftboom, een rij ligboxen aan de buitenmuur en een in het midden. Maar als een van de eersten heeft Klaas al in 1986 gekozen voor een boxbreedte van 120 cm. ‘Daar heb ik nooit spijt van gehad. De koeien staan zo makkelijk op en liggen ruim en makkelijk in de boxen” aldus Klaas. De koeien liggen in een zaagselbed op matrassen met een buis op de achterrand van de box. Het is blijkbaar comfortabel genoeg want ze liggen er volgens Klaas graag in. Een lichtstraat aan de noordzijde van het dak geeft volop daglicht in de stal. Op de vraag wat hij als eerste nog zou willen doen dan is het antwoord: “De buitenmuren eruit zodat de koeien in de buitenrij meer strekruimte krijgen, want dat is toch wel belangrijk voor het comfort en de benen”.

Het jongvee gaat met 2,5 maand al jong in de boxen in een verbouwde varkensstal met brede jongvee roosters. Het klimaat in de stal is goed en er zijn nauwelijks longproblemen. Klaas behandelt de dieren standaard tegen longwormen omdat dat belangrijk is voor het hele verdere leven, zeker in een Veenweidegebied. Vanaf 4 maanden gaan de kalveren de wei in en worden bijgevoerd met wat krachtvoer. “Weiden is goed voor de gezondheid en ontwikkeling van de kalveren en ze moeten goed leren grazen”.

De huisvesting van het melkvee is vrij sober: geen gebogen schoftboom of diepstrooisel. Toch denkt Klaas Binnendijk wel aan maatregelen zoals goed instrooien op de matten en de buitenmuur verwijderen zodat de koeien meet strekruimte krijgen in de buitenste rij. Aan de binnenrij wil hij de kopboom nog wel omhoog plaatsen zodat de koeien de kop beter boven de plank kunnen strekken. De sobere huisvesting zou op den duur een rem op de ontwikkeling van de levensduur kunnen betekenen.

Fokkerij

Klaas gebruikt consequent genomics stieren waarbij de productie niet leidend is, “want die komt vanzelf wel”, en waarbij hij consequent voor gehaltes kiest. “Mijn doel lag op 10.000 kg melk en de stieren hoefden geen aanleg voor meer dan 600 kg te hebben. Geleidelijk aan begint die consequente aanpak zijn vruchten af te werpen en met het ouder worden stijgt ook de productie nog eens waardoor die al rond de 11.000 kg ligt” aldus Klaas. Het gaat volgens hem om de keuze voor foutloze stieren met een goede aanleg voor gehaltes en gezondheidskenmerken waarbij klauwen, benen en beengebruik erg belangrijk zijn. Hij gebruikt al vele jaren het SAP van CRV in combinatie met Fokken op Maat en daar heeft hij hoge verwachtingen van. Omdat hij weinig jongvee nodig heeft kan hij scherp selecteren. Tot nu toe gaat het helemaal naar zijn zin.

Schommelingen in de leeftijd

Het verschil tussen de gemiddelde leeftijd van het koppel en de afvoerleeftijd is bij Klaas 2.02 en dat is een erg groot verschil. Over een langere periode gezien zou dat gemiddeld op zo’n 6.08 uitkomen, aangezien er een rekenkundige relatie bestaat tussen de gemiddelde leeftijd en de afvoerleeftijd. Met het ouder worden van de veestapel wordt dat verschil groter, maar in de praktijk blijkt dat verschil behoorlijk te kunnen variëren. Het is namelijk nooit zo dat koeien door de tijd gelijkmatig over het koppel verdeeld worden afgevoerd. Soms moeten er toch jonge koeien worden afgevoerd of blijven de oudere koeien juist nog langer in de benen. Dat drukt de gemiddelde afvoerleeftijd maar de leeftijd van het koppel neemt wel toe. En die oudere koeien komen vroeg of laat toch aan de beurt om afgevoerd te worden en dan stijgt de gemiddelde afvoerleeftijd ineens sterk terwijl de gemiddelde leeftijd van het koppel iets daalt. Naarmate de gemiddelde leeftijd van het koppel toeneemt zie je vaker grotere schommelingen.

Veestapelopbouw

Jaarlijks maakt Valacon een overzicht van het aantal dieren per lactatienummer. Uit het MPR-dieroverzicht is dat af te leiden. Zo krijgt Klaas een beeld van het aantal dieren dat hij in de verschillende lactaties kan verwachten in het komende jaar. Want veel oude koeien in het koppel vanwege een lage afvoer vraagt minder jongvee maar vroeg of laat komen de oudere koeien ook aan de beurt en dan heb je ineens meer vaarzen nodig. Door het profiel te volgen kun je daarop inspelen, maar je moet wel op tijd zijn omdat de opfokperiode 24 maanden duurt. Dus je moet vooruit kijken.

Met een beetje goede planning kan hij met 4 stuks jongvee per 10 koeien toe. “Tot nog toe gaat het goed, maar je weet natuurlijk nooit of het niet een keer te krap is vanwege omstandigheden. Dat moet je proberen voor te blijven”. Als het aan Klaas Binnendijk ligt zitten de vijf lactaties er wil in.

Het aantal koeien per lactatienummer geeft een beeld van de te verwachten doorstroom van koeien naar de volgende lactatie. In de 4e lactatie ontstaat er vanwege de hoge instroom uit de vorige lactaties een tijdelijke piek omdat de TKT niet gelijk opgaat.