“Het is geen doel op zich, maar ze zijn wel een bekroning op je werk” aldus Luc Diepman uit Dalfsen nadat hij op zijn bedrijf Sandwyk zijn 5e honderdtonner in een jaar tijd mocht verwelkomen. “Het vliegwiel is gaan draaien en daar wordt je enthousiast van”. Met de deelname aan de pilot Geef-ze-de-vijf heeft hij naar eigen zeggen veel geleerd. Onder andere de Gouden Regel dat je geen koeien weg doet die nog een lactatie meekunnen. Zolang de productie niet onder die van de gemiddelde vaars ligt is het economisch het beste de koe door te melken. Het omslagpunt ligt rond de 8 lactaties. En dat is bij de meeste 100-tonners van Luc Diepman zo ongeveer de leeftijd waarop ze die mijlpaal bereiken. Het zal niet elk jaar feest zijn, maar dat het aantal honderdtonners de komende jaren beduidend meer zal worden dan voorheen is vrijwel wel zeker.
De afvoerleeftijd gaat met golfbewegingen, ook bij Luc in de stal. De kunst is volgens hem om daar stabiel beleid in te vinden, waardoor je stapje voor stapje minder jongvee nodig hebt om de melkveestapel te vervangen. Met als gevolg dat de leeftijd van de aanwezige koeien in de stal geleidelijk omhoog gaat. De belangrijkste selectie wordt bij hem gemaakt door een groot deel van de veestapel te insemineren met Belgisch Witblauw. Nu kan hij met ruim minder dan 5 vaarskalveren per 10 melkkoeien toe voor vervanging. Deze winter staat Luc (die het bedrijf runt samen met zijn vrouw en zonen Roy, Dion en Niek) voor het dilemma wat te doen met het onverwacht (te) hoog aantal geboren vaarskalveren van fokstieren. “Waarschijnlijk was een direct besluit tot afvoer van de overtollige kalveren na geboorte het beste geweest. Nu dat niet gebeurd is, zal op het juiste moment in de opfok verkopen van een aantal nu het beste alternatief zijn. Want een vitale oudere koe uitstoten die nog wat jaartjes mee kan, dat gaan we niet doen. Dat zou jammer zijn voor de portemonnee, het milieu en ons humeur”, concludeert Luc lachend.