Voor de economie van de jongveeopfok telt de koe

In de gangbare economische benadering worden de opfokkosten berekend voor het gemiddelde kalf, maar die benadering heeft geen directe relatie met de levensduur. Zoals we in hoofdstuk 2.1. op het Kennisplatform laten zien zijn de kosten sterk afhankelijk van de opfokstrategie en de afkalfleeftijd die verder losstaan van de gemiddelde levensduur en levensproductie. Natuurlijk kan de opfokstrategie de gezondheid en levensduur positief beïnvloeden, maar de relatie met de levensduur is individueel en één op één: de resultaten bij het individuele kalf bepalen hoe ze als koe presteert en hoe lang ze in productie blijft. En daarmee worden de opfokkosten in relatie tot de levensduur bepaald door de feitelijke levensduur en de levensproductie van de koe. Als ze langer meegaat, dalen haar opfokkosten omgerekend per productief levensjaar en per kg levensproductie. Bovendien kunnen meer van haar kalveren worden verkocht omdat ze in haar productieve leven er maar één nodig heeft om zichzelf te vervangen. Zo dalen de opfokkosten meer dan evenredig bij een langere levensduur. Worden de opfokkosten gemiddeld over de veestapel, dan worden de jonge koeien economisch gezien overschat en de oudere koeien onderschat.

Abonnees van het Kennisplatform voor Levensduurverlenging kunnen meer daarover lezen in hoofdstuk 2.1: De economie van een duurzame opfok. Wil je ook een betere opfokstrategie ontwikkelen en ben je nog geen abonnee, registreer je dan op ons Kennis- en informatieplatform.

Meer "onderzoek en praktijk"